Gedreven door haar ambitie om haar positie als toonaangevend onderzoeksinstituut in Europa uit te breiden, is Erasmus School of Law op zoek naar promovendi (5-jarig traject), met 20% onderwijstaken.
Functie-omschrijving Het facultaire motto ‘Where law meets business’ staat zonder meer centraal in het academisch onderzoek dat binnen het departement Law & Business van Erasmus School of Law wordt verricht. Het onderzoek heeft steeds betrekking op één of meerdere rechtsgebieden die onmisbaar zijn voor het functioneren van ondernemingen, zijnde arbeidsrecht, financieel recht, ondernemingsrecht en privaatrecht, en kenmerkt zich door de gecombineerde bestudering van zowel het ‘klassieke’ Nederlandse recht - inclusief de Europese of supranationale invloed daarop - als de concrete uitwerking en toepassing daarvan in de praktijk. Dit laatste wordt aanzienlijk verstrekt door de bijzondere aandacht die binnen het departement wordt besteed aan rechtseconomie en, in het bijzonder, aan de vruchten die de wisselwerking tussen rechtseconomie en meer traditioneel juridisch onderzoek kan afwerpen.
Project 1: Sociaal(zekerheids)recht en de moderne arbeidsmarkt
De Nederlandse arbeidsmarkt bestaat voor 12,8% uit zzp’ers en voor bijna 30% uit flexibele werkers (bepaalde tijd, uitzending en oproep). In toenemende mate werken mensen in hybride rechtsverhoudingen: parttime werknemer, parttime zzp en combineren dit al dan niet gedwongen met (mantel)zorgtaken. De demografie van de Nederlandse beroepsbevolking laat zien dat de komende decennia de druk op een steeds kleinere ‘workforce’ zal toenemen en daarmee ook de financiering en uitvoering van het sociale stelsel onder druk komt te staan.
Het onderzoek spitst zich toe op de vraag of de bestaande arbeidsrechtelijke arrangementen nog wel passen bij deze pluriformiteit van werk(ers) in een vergrijzende arbeidsmarkt. De nadruk ligt op het (conceptueel) ontwerpen van een duurzaam en uitvoerbaar sociaal vangnet (risicoverdeling van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en inkomen bij ouderdom), met aandacht voor moderne vormen van reïntegratie in een contractsvormvrije rechtsverhouding, alsook moderne fiscale heffingen bij multilaterale rechtsbetrekkingen en scholing van werkers.
Onderzoek naar een gecombineerde uitvoeringsinstantie naar het voorbeeld van ‘werkhuizen’ of ‘werkhubs’ en het verkennen van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkers passen in dit onderzoek.
Kandidaten worden uitgenodigd om hun promotieonderzoek te betrekken op dit onderwerp. Mogelijke kernwoorden zijn:
- Arbeidsrecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Contractsvormvrije rechtsbescherming
- Arbeidsongeschiktheid(sverzekering voor zzp)
- Scholing
- Leerrekening
- Werkloosheid
- Herverdeling van risico’s
- ZZP
- Platformwerk
Co-supervisor: Dr. Elmira van Vliet, eerste supervisor: Prof. Ruben Houweling
Onderwijs (in het Nederlands) op het gebied van arbeidsrecht
Project 2: Governance in een financiële sector in transitie
Door de digitalisering van financiële activiteiten en diensten en allerhande duurzaamheidsontwikkelingen (lange termijn waardecreatie) veranderen de financiële markten in snel tempo. Het Europese regelgevend kader bleek daarbij niet meer afdoende om de kansen van deze ontwikkelingen ten volle te benutten en daarnaast ook de risico’s te mitigeren. Denk hierbij aan de kansen vanuit duurzame investeringen of de digitalisering van het betalingsverkeer, maar ook aan de risico’s of bedreigingen van ketenafhankelijkheid en
cyber risks.
Nieuwe (aankomende) Europese regelgeving tracht hierop in te spelen en tegelijkertijd de nog immer voortdurende ontwikkelingen niet in de weg staan. Echter, veelal nog onduidelijk en het onderzoeken waard is wat de te verwachten juridische implicaties van die regelgeving zijn voor de governance van de verschillende actoren binnen de financiële sector. Wat betekent de genoemde regelgeving bijvoorbeeld voor de ‘beheerste bedrijfsvoering’ (art. 3:17 Wft) en uiteindelijk ook voor de (financiële) continuïteit van de verschillende actoren? Welke publieke en private belangen zijn daarbij relevant, in deze transitie van de governance in de financiële sector ingegeven door de verandermotoren van duurzaamheid en digitalisering?
Kandidaten worden uitgenodigd om dit onderwerp vanuit Europese regelgeving te benaderen en te onderzoeken vanuit een multidisciplinaire onderzoeksmethodiek (bij voorkeur empirisch).
Co-supervisor: Dr. Annika Galle, eerste supervisor: Prof. Hélène Vletter-van Dort
Onderwijs (in het Nederlands) op het gebied van financieel recht, (ondernemingsrecht)
Project 3: Dynamisch schadevergoedingsrecht
In het aansprakelijkheidsrecht neemt de verplichting tot schadevergoeding een prominente plaats in. Het schadevergoedingsrecht kan onmogelijk de ogen afwenden van of sluiten voor wat leeft en beweegt in de maatschappij. Een essentiële vraag die immers steeds voor ogen moet worden gehouden, en ook beantwoord moet worden, is hoe het schadevergoedingsrecht kan (blijven) voldoen aan de maatschappelijke wens om nadelen op adequate wijze te begroten en te vergoeden.
Die vraag klinkt dezer dagen luider dan ooit, en stelt de jurist ook voor heel wat bijzondere uitdagingen, onder meer door de sterke opkomst van collectieve compensatievraagstukken, Europeanisering, de roep om handhaving van fundamentele rechten door het schadevergoedingsrecht en de onduidelijkheid omtrent de verhouding van dit laatste tot andere ‘compensatiesystemen’, zoals sociale zekerheid en private verzekering. Er zijn echter nog meer maatschappelijke evoluties (bv. schadeafwikkeling Groningen, toeslagenaffaire, beroepsziekten) die diepgaand onderzoek noodzakelijk maken.
Kandidaten worden daarom uitgenodigd om hun promotieonderzoek te betrekken op een van de volgende (of aanverwante) onderwerpen:
- Vergoeding van schade voor strafbare feiten
- Bedrijfsschade (bij voorkeur interdisciplinair benaderd vanuit recht en bedrijfswetenschappen)
- Toekomstige schade
- Standaardisering van schadevergoeding (bv. tegemoetkomingsregelingen voor schade geleden n.a.v. een incident of door een specifieke categorie personen)
Co-supervisor: Dr. Marnix Hebly, eerste supervisor: Prof. Koen Swinnen
Onderwijs (in het Nederlands) op het gebied van verbintenissen- en aansprakelijkheidsrecht
Project 4: Genoegdoening in het aansprakelijkheidsrecht
De meest in het oog springende consequentie van het aansprakelijkheidsrecht is de verplichting tot schadevergoeding. Naast de verplichting tot schadevergoeding, spelen echter ook – met name in het personenschaderecht – immateriële vormen van genoegdoening, zoals erkenning of excuses, een steeds belangrijkere rol. Ook voor deze immateriële aspecten van ‘aanspreken en verantwoorden’ zijn ontwikkelingen ten aanzien van collectieve compensatievraagstukken, de handhaving van fundamentele rechten en de invloed van andere compensatiesystemen van belang (cfr. Project 3). Hoe kan het aansprakelijkheidsrecht zo worden ingericht dat tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen wordt bijgedragen aan immateriële genoegdoening voor slachtoffers?
In deze ontwikkelingen ligt de focus doorgaans op de belangen aan slachtofferzijde, en blijft de aangesproken persoon vaak onderbelicht. Vanuit diens perspectief rijst nochtans een spiegelbeeldige vraag, namelijk: hoe kan in de aansprakelijkheidspraktijk op passende wijze rekening worden gehouden met de persoonlijke belangen van de aangesproken partij? Hij of zij kan immers ook impact ondervinden van de schadeveroorzakende gebeurtenis en de juridische nasleep daarvan, en kan een persoonlijk belang hebben bij genoegdoening (bv. het afleggen van verantwoording).
Kandidaten worden uitgenodigd om hun promotieonderzoek te betrekken op een van de volgende (of aanverwante) onderwerpen:
- Alternatieve compensatiesystemen en immateriële genoegdoening
- De letselschadeveroorzaker als ‘second victim’
- Collectieve schadevergoeding en immateriële genoegdoening
- De positie van de verdachte in de strafrechtelijke voegingsprocedure
Co-supervisor: Femke Ruitenbeek-Bart, eerste supervisor: Prof. Kasper Jansen
Onderwijs (in het Nederlands) op het gebied van verbintenissen- en aansprakelijkheidsrecht