Trends en patronen in de acute zorg zo goed mogelijk in kaart brengen. En de organisatie met jouw kennis en ideeën verder helpen zodat we steeds meer datagedreven kunnen werken. Je doet het als data-analist bij Acute Zorgregio Oost (AZO) in Nijmegen. In deze functie zet jij jouw analytische en communicatieve vaardigheden in om de acute zorg óók in de toekomst toegankelijk en beschikbaar te houden. Voor en samen met onze ketenpartners. Data verzamelen, bewerken, analyseren, duiden, visualiseren en presenteren. Aan de hand van data breng jij regionale trends en ontwikkelingen in de acute zorg in beeld. Welke trends zie je bijvoorbeeld in de acute zorgvraag van ouderen en hoe kunnen de partners in de regio daar op inspelen? Als data-analist richt je je op 2 soorten data, namelijk geaggregeerde data en data op patiëntniveau. Dit doe je in het kader van monitoring van de opgaven uit het ROAZ-plan, zorgcoördinatie en het actualiseren van het ROAZ-beeld. Zo lever je bijvoorbeeld een belangrijke bijdrage aan onze
Monitor Acute Zorgketen. Een uniek instrument in Nederland waarmee we patiënten aan de hand van data door de acute zorgketen kunnen volgen. Jij gaat aan de slag met het verzamelen, bewerken, analyseren en duiden van deze complexe data.
Als betrokken data-analist acute zorg ben jij verder bezig met het:
- vertalen van cijfers naar visueel aantrekkelijke informatie, bijvoorbeeld via dashboards.
- presenteren van deze informatie, samen met onze adviseurs, aan onze ketenpartners in de regio.
- deelnemen aan overleggen met partners in de regio, met je directe collega’s en met collega’s uit de andere ROAZ-regio's.
- helpen ontwikkelen van onze nieuwe datagedreven werkwijze.
Anneke Bloemhoff, senior onderzoeker AZO: “Met data breng je de trends en ontwikkelingen in de acute zorg helder in kaart. Dit helpt ons om te zien waar de knelpunten zitten en bij het verkennen van toekomstige situaties. Door deze informatie duidelijk en aantrekkelijk te presenteren aan onze partners, kunnen zij op basis van feiten betere beslissingen nemen. Zo kunnen ze beleid maken dat toekomstbestendig is.”