Ductal carcinoma in situ (DCIS) wordt beschouwd als een voorstadium van borstkanker, maar de meeste gevallen van DCIS ontwikkelen zich niet tot invasieve kanker. Op dit moment, omdat we geen onderscheid kunnen maken tussen onschadelijke gevallen en die welke mogelijk verder ontwikkelen, ondergaan bijna alle vrouwen met DCIS agressieve behandelingen zoals chirurgie (zelfs mastectomie), al dan niet in combinatie met radiotherapie. Ons doel is om onnodige behandelingen voor laagrisico DCIS te vermijden, terwijl we de overleving en kwaliteit van leven behouden.
Het "Direct-DCIS"-project, dat in 2024 is gelanceerd onder de Nationale Wetenschapsagenda (NWA), is gericht op het aanpakken van dit probleem. Met behulp van geavanceerde AI en grote patiëntendatasets zal dit project een model ontwikkelen om de kans te voorspellen dat DCIS zich ontwikkelt tot invasieve kanker. Dit onderzoek omvat een divers team van epidemiologen, radiologen, pathologen, AI-experts, gezondheidseconomen en patiënten die samenwerken om nauwkeurige, patiëntgerichte zorg mogelijk te maken.
De groep Health Technology Assessment (HTA) van de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) leidt, in samenwerking met de HTA-groep van het Nederlands Kanker Instituut (NKI), het werkpakket ‘Patiëntvoorkeuren en Health Technology Assessment’. Dit werkpakket ondersteunt op bewijs gebaseerde behandelbeslissingen voor DCIS.
Functie-omschrijving Deze vacature is voor een PhD-kandidaat die zich primair zal richten op het verkrijgen van inzichten in voorkeuren voor het beheer van laagrisico DCIS. De functiebeschrijving van de PhD-kandidaat omvat het bepalen van:
- Welke impact risicovoorspelling van DCIS heeft op de voorkeuren van vrouwen voor het beheer van DCIS.
- Welke voorkeuren vrouwen met DCIS en andere zorgbelanghebbenden hebben voor verschillende kenmerken van DCIS-beheer en welke afwegingen zij maken.
- Welke mate van acceptatie van actieve surveillance-scenario's verwacht kan worden bij (verschillende subgroepen van) vrouwen met laagrisico DCIS.
- Welke factoren (niet-)naleving het meest beïnvloeden bij actieve surveillance-behandeling van DCIS.
- Hoe de voorkeuren van vrouwen met DCIS het beste geïntegreerd en gewogen kunnen worden in een vroege Health Technology Assessment (HTA).
De kandidaat zal hiervoor een mixed-method-aanpak ontwikkelen en uitvoeren, waaronder literatuuronderzoek, interviews en focusgroepen met vrouwen met DCIS en zorgprofessionals, discrete keuze-experimenten en natuurlijke veldexperimenten.
De PhD-kandidaat zal nauw samenwerken met een andere PhD-kandidaat, die een dynamisch kosteneffectiviteitsmodel ontwikkelt op basis van nationale retrospectieve en prospectieve gegevens, om deze taken te voltooien.
Naast onderzoekstaken zal de PhD-kandidaat ook deelnemen aan onze onderwijsprogramma's (tot 0.15 fte) en krijgt hij/zij de kans om kennis en vaardigheden te leren en te ontwikkelen, onder andere door het volgen van graduate cursussen.