“Een proefschrift is een genre waarin je over onderzoek schrijft.” Die uitspraak is afkomstig van een van de promotoren die met hun kennis en ervaring hebben bijdragen aan ons Handboek Buitenpromoveren – ons field of expertise.
Schrijf je eigen boek
Het leuke aan dit citaat is dat het de deur opent naar een opwindend perspectief: je kunt je promotieonderzoek zien als het schrijven van je eigen boek. Dat geldt zeker voor buitenpromovendi, die binnen de academische tradities relatief eigen keuzes kunnen maken. Maar ook als ‘gewone’ promovendus loont het zeker om te verkennen waar, zelfs binnen een vastomlijnd onderzoeksprogramma, je eigen accenten kunt leggen. Natuurlijk helpt het dan als je promotor net zo nieuwsgierig is naar jouw ideeën als dat jij bent naar zijn of haar onderzoeksveld. Zo vertelde een promotor: “Iedere buitenpromovendus heeft wel iets bijzonders. Ik leer veel van bijvoorbeeld het veldwerk in Afrika, maar ook van nieuwe auteurs die aangedragen worden en nieuwe werelden die onderzocht worden. Ik heb een buitenpromovendus gehad uit de organisatieadvieswereld, die het werk van twee filosofen heeft gebruikt van wie ik zelf nog nooit gehoord had. Een andere buitenpromovendus heeft mijn theorie goed geoperationaliseerd voor het onderzoek naar conflicten in een voor mij nieuwe praktijk.”
Zorg voor leesbaarheid
Dat eigen boek moet natuurlijk wel leesbaar blijven. “Ik wil gelezen worden. Ja, ik wil gelezen worden!”, zijn iconische zinnen uit de Nederlandse literatuur, opgetekend door Multatuli. Die leesbaarheid is niet per se nodig voor je vakgenoten binnen de academische wereld, want zolang het onderwerp voldoende interessant is, worstelen zij zich wel met meer of minder interesse door alle bevindingen. Maar een niet minder belangrijk deel van je onderzoek speelt zich af in de communicatie met de buitenwereld. Je primaire publiek, de wetenschap, is immers maar een van de werelden waarin je je begeeft. In die andere werelden, je beroepspraktijk en privésfeer en wie weet nog wel meer, wil je waarschijnlijk toch, en wie weet nog wel meer, de aansluiting houden en niet die excentriekeling op zolder worden. Praten met mensen die geen idee hebben waar je het over hebt is dus goed voor je eigen mentale gezondheid, en helpt tegelijk je onderzoek verder. Hun vragen dwingen je immers om andere woorden te vinden, andere beelden. Hun eigen ideeën en ervaringen verrijken jouw perspectief. En voor je het weet heb je een nieuw inzicht opgedaan.
Verzamel fans
Neem nu dit voorbeeld, aangereikt door een van de deelnemers aan onze workshops. Jarenlang was de hoepelrok een immens populair kledingstuk. Het vloog gemakkelijk in brand, je zat er snel mee vast tussen de spaken van een rijwiel of de raderen van een machine. Niet zo prettig, dus dat zal de charme wel niet zijn geweest. Sterker nog, het is redelijk waanzinnig om zo’n hoepelrok te dragen met gevaar voor eigen leven. En toch en toch en toch: de hoepelrok was hipper dan hip en dat jaren op rij, ondanks de gevaren. Hoe moet je nou naar het verschijnsel ‘hoepelrok’ kijken om dit te snappen? Wat maakt de aantrekkingskracht van de hoepelrok weer begrijpelijk? Vragen die je bij uitstek kunt delen met mensen om je heen, juist zonder kennis van zaken. En voordat je het weet ben jij niet de enige die je drive volgt, maar heb je een hele schare fans verzameld die het proefschrift misschien niet allemaal zullen begrijpen, maar heel graag de handelseditie van je boek willen lezen.